
Wat is de hoofdreden die maakt dat een wethouder het einde van zijn benoeming voor 4 jaar niet vol maakt en is dit te voorkomen?
In zijn boek Waarom Wethouder (2017) komt oud-wethouder Martin Knol tot de opmerkelijke conclusie dat de laatste jaren 40 % van de wethouders voortijdig vertrekt. Veel wethouders halen de eindstreep niet wegens persoonlijke of politieke redenen. Kortom, de kans dat een wethouder voortijdig vertrekt is behoorlijk groot (gemiddeld drie wethouders per week).
Aparte rechtspositie
Het eerste antwoord is dat een ambtenaar het vaakst ontslagen wordt (of ontslag neemt) wegens integriteitsredenen. Om dit te begrijpen is een korte uitleg nodig bij de aparte rechtspositie van wethouders.
Wethouders zijn politieke ambtsdragers en politieke ambtsdragers vormen rechtspositioneel, ongeacht in welke bestuurslaag zij werkzaam zijn, een bijzondere groep. Zij zijn geen werknemers in de zin van het burgerlijke en ambtelijke arbeidsrecht. Afspraken over arbeidsvoorwaarden die worden gemaakt in de overheidssectoren Gemeenten (wel bepalingen over neveninkomsten), Provincies, Waterschappen en (voor het merendeel) het Rijk zijn niet van toepassing. De minister van Binnenlandse Zaken vertaalt de afspraken die worden gemaakt over salarissen, toelagen en vergoedingen bij afzonderlijk besluit veelal door naar de arbeidsvoorwaarden voor de politieke ambtsdragers: door de rechtspositiebesluiten (amvb), concretisering door de specifieke rechtspositieregeling (ministeriele regeling) en bij lokale verordening. In het college worden nadere afspraken gemaakt over bijvoorbeeld het gebruik van de dienstauto of het declareren van lunches of diners.
Bij deze rechtspositieregeling staan ´integriteit´ en ´transparantie´ als kernbegrippen voorop. Zo worden bij de benoeming van wethouders door de gemeenteraad integriteitsrisico’s meegewogen. Wethouders kunnen onder andere worden beoordeeld op:
- wettelijke benoembaarheidsvereisten
- nevenfuncties
- onverenigbare functies
- verboden handelingen
- de gedragscode voor politieke ambtsdragers
- een eventueel strafrechtelijk verleden (VOG).
Integriteitsontslag
Een wethouder kan wegens integriteitsproblemen op meerdere gronden uit zijn functie gaan, waaronder door 1) opzegging van vertrouwen, 2) onverenigbare betrekkingen en 3) ontslagname. Een wethouder kan overigens niet ontslagen worden wegens arbeidsongeschiktheid. Ook daarin verschilt de wethouder wezenlijk van een ambtenaar of civiele werknemer.
- Opzegging van vertrouwen – De opzegging van het vertrouwen wegens gebrek aan integriteit kan plaatsvinden omdat een wethouder zijn (verdeling van) wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden heeft overschreden. Zo komt een wethouder veel niet-openbare informatie toe die, bij oneigenlijk gebruik, tot onrechtmatige verrijking van de wethouder kan leiden (‘voorkennis’). Niet alleen zwaktes in de professionaliteit, maar ook privégedragingen van een wethouder kunnen onderwerp van (brede) publieke aandacht zijn. De integriteit van een wethouder kan wegens belangenverstrengeling in het geding zijn wanneer het publiek belang wordt vermengd met het persoonlijke belang van een politiek ambtsdrager of dat van derden. Denk aan het door een wethouder die tevens in zijn gemeente ondernemer is, deelnemen in de stemming over onderwerpen die zijn onderneming raken. Het is uiteraard ook mogelijk dat een wethouder bij het uitoefenen van zijn ambt bijna alles op eigen houtje doet, waardoor hij het vertrouwen van collega’s uit het college verliest en noodgedwongen opstapt wegens een conflict in de eigen coalitie (‘overschrijding goed bestuur’). Vindt de gemeenteraad dat de wethouder zijn werk niet goed doet, dan kan dit ertoe leiden dat de wethouder moet aftreden. Indien het vertrouwen in een wethouder wordt opgezegd en een motie met die strekking is aangenomen, moet de wethouder ontslag nemen. Indien een uitspraak van de raad inhoudende de opzegging van zijn vertrouwen in een wethouder er echter niet toe leidt dat de betrokken wethouder onmiddellijk ontslag neemt, bepaalt de gemeenteraad het ontslagmoment.
- Onverenigbare betrekkingen – Verder schrijft de integriteit voor dat bestuurders geen nevenfuncties mogen hebben die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van hun ambt. Wanneer een wethouder een met zijn ambt onverenigbare betrekking gaat uitoefenen, moet hij onmiddellijk ontslag nemen. Hij doet hiervan schriftelijk mededeling aan de raad. Laat de wethouder dat na, dan verleent de gemeenteraad hem ongevraagd ontslag. Een ontslagname gaat in dat geval terstond in. De bezoldiging eindigt dan ook op die dag (art. 47 Gemeentewet).
- Ontslagname – Het is ook mogelijk dat een wethouder de koninklijke weg kiest en de eer aan zichzelf houdt. ‘Ontslagname’ is een vrijwillig vertrek van een wethouder, bijvoorbeeld omdat de wethouder een andere functie aanvaart, wegens persoonlijke redenen (zoals gezondheid) of ter voorkoming dat een motie van wantrouwen in stemming komt. Uit onderzoek blijkt dat ‘politieke conflicten’ een van de belangrijkste redenen is voor wethouders om onvrijwillig terug te treden. Wethouders zonder politieke ervaring en met weinig gevoel voor politiek-bestuurlijke verhoudingen kunnen het immers moeilijk hebben.
Vragen
Tegen ontslag van een wethouder staat expliciet géén bezwaar en beroep open (artikel 49 Gemeentewet). De reden hierachter is dat bij ontslag sprake is van een politiek besluit: er is geen vertrouwen meer tussen raad en wethouder. Voorkomen van politieke conflicten kan om die reden van levensbelang zijn: in de politieke arena zijn (integriteits-)conflicten immers alom aanwezig.
Vragen over integriteitsregels van politieke ambtsdragers of de uitkering van wethouders bij ontslag (recht op wachtgeld)? Mail ons op legal@fortunadeo.nl.