
De regering heeft vertrouwen in de voordelen van de nieuwe Jeugdwet. Volgens onderzoek dreigen er echter grote gevolgen voor de beschikbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van de jeugdhulp. Is de nieuwe Jeugdwet een Pyrrusoverwinning?
‘Steeds meer kinderen komen terecht in gesloten zorginstelling’. ‘Kinderen de dupe van Jeugdwet, bezuinigingen en onzekerheid’. ‘Knelpunten uitvoering Jeugdwet hardnekkig’. Dit zijn enkele krantenkoppen die de afgelopen maanden de berichten in het nieuws over de Jeugdwet beheersen.
Problemen met de huidige Jeugdwet
Een probleem dat veel gemeenten hebben met de huidige Jeugdwet is dat zij moeten betalen voor de zorg van jeugdigen die in een jeugdzorginstelling zitten buiten hun eigen gemeente. Gemeenten krijgen voor deze jeugdigen geen passend budget, wat kan leiden tot kosten die in de miljoenen euro’s oplopen. Het huidige criterium is dat de gemeente zorg draagt voor minderjarigen van ouders die hun woonplaats hebben binnen haar gemeente.
Uit een gezamenlijk onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland, MIND Landelijk Platform Psychische Gezondheid en Ieder(in) gepubliceerd in januari 2018 blijkt voorts dat 45% van de respondenten uit het onderzoek die zorg en/of ondersteuning van de gemeente krijgen, aangeven dat de toegang tot zorg en ondersteuning moeizaam verloopt vanwege de hoge kosten. Brengt de nieuwe Jeugdwet een oplossing op de genoemde problemen?
Nieuwe Jeugdwet
Het wetsvoorstel 34.857 ter wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is op 20 december 2017 ingediend en op dit moment in behandeling bij de Tweede Kamer. Het streven van de regering is om het wetsvoorstel op 1 juli 2018 in werking te laten treden.
Regionale samenwerking
Het wetsvoorstel beoogt allereerst de herinvoering van een delegatiebepaling om regionale samenwerking af te kunnen dwingen. De regionale samenwerking wordt vormgegeven door taken op het terrein van (de uitvoering van) jeugdhulp op grond van artikel 2.8 Jeugdwet (nieuw) vorm te geven.
Op grond van artikel 2.8 Jeugdwet (nieuw) kunnen gemeenten bij amvb verplicht worden om samen te werken indien dat nodig is voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering van de Jeugdwet of Wmo. Hierdoor hoopt de regering o.a. de beschikbare capaciteit veilig te stellen, de lasten voor aanbieders te beperken, de inkoop en het contracteren van beschermd wonen veilig te stellen en hulpbehoevenden beter te beschermen (bijv. slachtoffers van loverboys in andere gemeenten plaatsen). De regering erkent afstemming tussen gemeenten, vooral bij het maken van financiële afspraken, niet eenvoudig is. Het kan bijvoorbeeld moeizaam zijn om met meer dan 100 gemeenten, met elk een verschillende gemeentelijk beleid, op een lijn te komen om samen specialistische jeugdzorg te kopen. Concrete regels over de noodzakelijke samenwerking biedt de regering op dit echter nog niet. De regering verwacht evenwel dat de bevoegdheid tot het verplicht stellen van regionale samenwerking (ex artikel 2.8 Jeugdwet (nieuw)) een preventieve werking heeft en ervoor zorgt dat gemeenten zullen samenwerken. ‘Alleen al het bestaan van deze bevoegdheid geeft de mogelijkheid om de nodige bestuurlijke druk te oefenen’, aldus de regering.
Uitvoeringslasten
Daarnaast beoogt het wetsvoorstel de invoering van een bepaling om uitvoeringslasten te kunnen verminderen. Uitvoeringslasten zijn de lasten die samenhangen met administratieve handelingen die verricht worden bij de uitvoering van regelgeving. Deze kosten zijn enorm gestegen sinds de inwerkingtreding van de Jeugdwet 2015. Het wetsvoorstel voorziet in de toevoeging van artikel 2.15 Jeugdwet (nieuw). De Minister van VWS en de Minister voor Rechtsbescherming kunnen op grond van artikel 2.15 Jeugdwet (nieuw) in het belang van de beperking van uitvoeringslasten regels stellen betrekking hebbende op:
- de financieringswijzen en administratieve processen, behorende bij de bekostiging van jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en gekwalificeerde gedragswetenschappers door colleges;
- de wijze waarop gegevensuitwisseling tussen jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en gekwalificeerde gedragswetenschappers, en colleges plaatsvindt; en
- de wijze waarop verantwoording van jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en gekwalificeerde gedragswetenschappers aan colleges plaatsvindt.
Met de toevoeging van artikel 2.15 Jeugdwet (nieuw) hoopt de regering o.a. uitvoeringslasten in de jeugdhulp voor jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en gekwalificeerde gedragswetenschappers te kunnen verminderen.
Vragen?
Het wetsvoorstel beantwoordt niet de vraag in hoeverre de assumptie realistisch is dat de nieuwe wetsartikelen een oplossing op de genoemde problemen zijn. Dit vooral gelet op de vele problemen die gemeenten op dit moment hebben bij bovenregionale samenwerking op grond van de Jeugdwet en de hoge administratieve lasten op grond van de huidige Jeugdwet. Wij houden u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen.
Wilt u meer informatie over de Jeugdwet? Mail naar legal@fortunadeo.nl.